Inleiding en wettelijk kader
Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt voor haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen gebeurt door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. De belastingverordeningen voor 2020 kunnen worden vastgesteld na het vaststellen van de begroting.
De lokale heffingen kunnen worden ingedeeld in algemene belastingen, bestemmingsbelastingen of retributies.
De algemene belastingen komen ten goede aan algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten niet gelabeld zijn maar voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen kunnen worden ingezet. De gemeenteraad bepaalt waarvoor. Onder de algemene belastingen vallen de onroerende-zaakbelastingen (OZB), de forensen- en toeristenbelasting en de precariobelasting. Ook de per 2019 ingevoerde reclamebelasting is in principe een algemene belasting. Toch wordt de reclamebelasting in Ommen beschouwd als een bestemmingsbelasting. De opbrengst komt niet ten goede aan de algemene middelen van de gemeente, maar aan het ondernemersfonds.
Bestemmingsbelastingen zijn belastingen waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. De rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn bestemmingsbelastingen waarvoor geldt dat de gemeente niet meer mag heffen dan de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt.
Retributies worden geheven van personen aan wie de gemeente een specifieke dienst verleent die voor die persoon een individueel voordeel oplevert. De belangrijkste retributies zijn de leges: vergoedingen voor een bij de gemeente aangevraagde dienst als het aanvragen van een paspoort of een vergunning. Net als bij bestemmingsbelastingen mogen de retributies niet meer dan kostendekkend zijn. Hieronder vallen ook de marktgelden en begraafplaatsrechten.
De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van gemeenten en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. De gemeente Ommen verwacht in 2020 21% van haar inkomsten uit lokale heffingen te halen. Een overzicht van de lokale heffingen en daarmee meer inzicht is daarom van belang voor de raad. Een aanduiding van de lokale lastendruk is van belang voor de integrale afweging tussen beleid en inkomsten. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid maakt het beeld van de lokale lasten compleet. Al deze onderdelen zult u daarom tegenkomen in deze paragraaf lokale heffingen.
De geraamde inkomsten
In onderstaande tabel worden alle gemeentelijke belastingen vermeld die door de gemeente Ommen in 2020 worden geheven. De gemeente Ommen haalt 21% van haar inkomsten uit lokale heffingen.
Soort heffing (bedragen x € 1) | Begrote baten 2020 |
---|---|
Onroerende-zaakbelastingen (niet woningen) | 1.611.000 |
Onroerende-zaakbelastingen (woningen) | 2.294.000 |
Afvalstoffenheffing | 1.801.000 |
Rioolheffing | 1.681.000 |
Forensenbelasting | 731.000 |
Toeristenbelasting | 770.000 |
Marktgelden | 29.000 |
Precariobelasting | 32.000 |
Begraafplaatsrechten | 312.000 |
Leges | 837.000 |
Reclamebelasting | 72.600 |
Totaal | 10.083.000 |
Als percentage van de totale gemeentelijke inkomsten | 21,0% |
Beleid ten aanzien van lokale heffingen
Het gemeentelijk beleid is dat de tarieven van de retributies en bestemmingsbelastingen in principe kostendekkend moeten zijn. Met andere woorden: de opbrengsten dekken de gemaakte kosten. Het kaderstellend beleid voor de diverse heffingen is vastgelegd in de door de gemeenteraad vastgestelde gemeentelijke belastingverordeningen. Deze worden jaarlijks aan de gemeenteraad voorgelegd na het vaststellen van de begroting, zodat de tarieven in overeenstemming kunnen worden gebracht met de vastgestelde begroting.
Het beleid met betrekking tot de tarieven van alle heffingen en daarmee de opbrengsten van de verschillende heffingen, is dat deze worden verhoogd met de inflatiecorrectie. Deze is voor 2020 bepaald op 1,4%. Bij sommige tarieven zal hiervan worden afgeweken, omdat het bijvoorbeeld wettelijke tarieven betreffen, maar ook een door de raad gewenste meer of minder opbrengst kan leiden tot een aanpassing van het tarief. In het Belastingplan 2019-2022 wordt voorgesteld de gemeentelijke belastingen uitsluitend te verhogen met het inflatiepercentage.
Kwaliteit uitvoering Wet WOZ en ontwikkelingen
De Waarderingskamer controleert of gemeenten de Wet Waardering Onroerende zaken (Wet WOZ) goed uitvoeren. Hiervoor vinden verschillende onderzoeken en inspecties plaats. Het algemene oordeel van de Waarderingskamer over de uitvoering van de Wet WOZ in Ommen staat op 'Goed'. De Waarderingskamer heeft aan het begin van het jaar ingestemd met het bekend maken van de WOZ-waarden eind februari 2019. Op basis van de onderzoeken en inspecties in 2019 wordt verwacht dat ook in 2020 deze toestemming wordt verkregen.
De gemeente Ommen is aangesloten op de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ). Het is hierdoor mogelijk om via woz-waardeloket.nl de WOZ-waarde van een woning op te vragen, bijvoorbeeld om deze te vergelijken met andere woningen.
De Waarderingskamer heeft de gemeente in 2017 laten weten dat na een overgangsperiode van vijf jaar vanaf 2022 alle WOZ-woningtaxaties gebaseerd moeten zijn op de gebruiksoppervlakte van de woning. De aanbesteding voor de overgang naar de gebruiksoppervlakte is uitgezet. Naar verwachting wordt rond het derde kwartaal van 2019 een start gemaakt met de berekenen van de gebruiksoppervlakte.
Mijn Overheid
Mensen krijgen steeds meer berichten van de overheid in hun berichtenbox van MijnOverheid en kunnen ook steeds meer gegevens via MijnOverheid raadplegen. Dit digitale kanaal helpt veel papier te besparen, dienstverlening aan burgers begrijpelijker en sneller te maken en draagt ook bij aan efficiency van de overheid. Ook de aanslag gemeentelijke belastingen met daarop de nieuwe WOZ-waarde zal in 2020 net als in 2019 worden verzonden naar de berichtenbox van MijnOverheid. Alleen als mensen zich niet hebben aangemeld voor MijnOverheid wordt de aanslag nog per post toegezonden. Bedrijven kunnen geen gebruik maken van MijnOverheid en ontvangen de aanslag daarom ook per post. Naar verwachting zal in 2020 zo'n 40% van de aanslagen van de gemeente Ommen digitaal worden verzonden. Ook het raadplegen van WOZ-gegevens en taxatieverslagen van woningen kan via de pagina Persoonlijke Gegevens op MijnOverheid.
Ontwikkelingen
Vorig jaar is in deze paragraaf aangegeven dat het nieuwe kabinet geen prioriteit geeft aan de hervorming van het gemeentelijk belastinggebied. De mogelijke afschaffing van heffingen, zoals bijvoorbeeld de forensenbelasting, is hiermee (voorlopig) van de baan. Begin 2020 zullen er bouwstenen klaar liggen voor een beter belastingstelsel. Naast het schuiven tussen grondslagen en tarieven op rijksniveau behoort een verschuiving naar een ruimer gemeentelijk belastinggebied tot de mogelijkheden. In samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden eerder uitgewerkte plannen voor een herziening van het gemeentelijke belastinggebied opnieuw doordacht.
Overzicht op hoofdlijnen
Hierna wordt ingegaan op de verschillende algemene belastingen, bestemmingsheffingen en retributies die de gemeente heft.
Algemene belastingen
Onroerende-zaakbelastingen
De OZB is de afgelopen vier jaar in Ommen jaarlijks met 5% verhoogd, naast de gebruikelijke inflatiecorrectie. Dit heeft geleid tot een structurele meeropbrengst van circa € 150.000,- per jaar. Gelet op de huidige financiële situatie wordt, conform het Belastingplan 2019-2022, voorgesteld om de komende periode de OZB niet anders te verhogen dan uitsluitend met het inflatiepercentage.
In de tariefstelling van de onroerende-zaakbelastingen moet rekening worden gehouden met de waardeontwikkeling van de WOZ-waarden. Voor onroerende zaken wordt gemiddeld een waardestijging verwacht voor 2020. De tarieven voor woningen en niet-woningen moeten met deze stijging worden gecorrigeerd om te voorkomen dat de waardestijging leidt tot een meeropbrengst. Op dit moment wordt nog gewerkt aan de herwaardering van alle onroerende zaken waardoor in deze paragraaf nog niet kan worden aangeven met welk percentage de tarieven moeten worden aangepast om de gewenste opbrengst te realiseren. Bij het vaststellen van de belastingverordeningen voor 2020 zal dit percentage bekend zijn.
In het Belastingplan 2019-2022 wordt voorgesteld om een OZB-compensatie in te voeren voor maatschappelijke objecten. Door het invoeren van deze subsidie is het mogelijk om eigenaren en gebruikers van maatschappelijke objecten tegemoet te komen. De OZB-compensatie kan worden vermeld op het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen.
Hondenbelasting
In 57 procent van de gemeenten wordt op dit moment nog hondenbelasting geheven. Met ingang van 2019 is deze belasting in dertig gemeenten afschaft. De verwachting is dat met ingang van 2020 opnieuw een groot aantal gemeenten deze belasting gaat afschaffen. Conform het bestuursakkoord zijn de tarieven voor 2019 met 50% verlaagd en wordt nu in het Belastingplan 2019-2022 voorgesteld om ook in Ommen de hondenbelasting af te schaffen.
Toeristenbelasting
Het tarief van de toeristenbelasting staat sinds 2015 op € 1,- per persoon per nacht. In 2016 is de volgende afspraak gemaakt over het tarief: ‘Inflatiecorrectie wordt niet jaarlijks toegepast om ‘rare’ tarieven te voorkomen, maar afgerond op 5 cent. Ondernemers worden tijdig geïnformeerd over een tariefsaanpassing.’ In 2018 is daarom richting de belastingplichtigen gecommuniceerd dat gelet op deze afspraak het tarief met ingang van 2020 kan worden aangepast. Recreatieondernemers hebben aangegeven het fijn te vinden meerdere jaren hetzelfde tarief te kunnen hanteren. Over de hoogte van de tariefsaanpassing kon nog niet worden gecommuniceerd omdat de raad hierover gaat.
Het tarief verhoogd met de gehanteerde inflatiecijfers sinds 2015 bedraagt in 2019: € 1,0586. Het tarief voor 2020 komt daarmee inclusief inflatiecorrectie op € 1,08. Conform de in het verleden gemaakte afspraken en de wens van de sector om een tarief voor meerdere jaren vast te stellen, wordt in het Belastingplan 2019-2022 voorgesteld om de toeristenbelasting met ingang van 1 januari 2020 voor vier jaar op € 1,10 vast te stellen. Naast de in het verleden gemaakte afspraken over het inflatoir verhogen van het tarief worden geen verder verhogingen van het tarief toeristenbelasting voorgesteld.
Forensenbelasting
De opbrengst forensenbelasting is in 2018 en 2019 verlaagd en daarmee ook de tarieven. Hierdoor is onder andere de forensenbelasting beter in verhouding gebracht met de toeristenbelasting voor een jaarplaats. In het Belastingplan 2019-2022 wordt voorgesteld om de forensenbelasting alleen te vermeerderen met een inflatiecorrectie.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt in Ommen geheven over bijvoorbeeld terrassen die zich op gemeentegrond bevinden. Deze begrote opbrengst wordt voor 2020 uitsluitend vermeerderd met een inflatiecorrectie.
Reclamebelasting
Vanaf 2019 wordt er in het centrum van Ommen reclamebelasting geheven. De opbrengst van de reclamebelasting komt na aftrek van de perceptiekosten ten goede aan het ondernemersfonds. Bij een ondernemersfonds leveren alle ondernemers binnen een bepaald gebied een financiële bijdrage. Het geld wordt ingezet voor activiteiten, evenementen of projecten die bijdragen aan de vitaliteit van het gebied.
Bestemmingsbelastingen
Het uitgangspunt bij de afvalstoffen- en rioolheffing is 100% kostendekking. Om te voorkomen dat er jaarlijks grote schommelingen in het tarief nodig zijn om deze 100% kostendekking te kunnen realiseren, wordt om pieken in kosten op te vangen, gewerkt met voorzieningen (voor onderhoud) en egalisatiereserves. Voor de afvalstoffen wordt in 2019 een onttrekking uit de egalisatiereserve gedaan om te voorkomen dat de tarieven fors moeten stijgen om te voldoen aan de 100% kostendekkingsnorm. In de tabellen hieronder ziet u de kostendekkingspercentages voor en na de bijdrage aan de reserve/voorziening. De overhead wordt in de tabellen niet apart benoemd, omdat dit is meegenomen in de kosten voor het taakveld.
Kostendekkendheid
Afvalstoffenheffing
Met de afvalstoffenheffing bekostigt de gemeente de inzameling van het huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing wordt evenals de wettelijke plicht huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, geregeld in de Wet milieubeheer. De afvalstoffenheffing bestaat uit twee soorten tarieven. Het vastrecht en een variabel tarief. Of een huishouden ook daadwerkelijk afval aanbiedt, is voor de heffing van het vastrecht niet van belang. Voor het variabele tarief is dat wel van belang. Per aanbieding van de restafvalcontainer of aanbieding bij de verzamelcontainer moet een bedrag worden betaald. Na afloop van het belastingjaar wordt dit afgerekend op de gecombineerde aanslag gemeentelijke heffingen. Op dit aanslagbiljet staan bijvoorbeeld ook het vastrecht voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de ozb.
In 2016 is gestart met het omgekeerd inzamelen fase 2. Het GFT-afval en PMD-afval kan gratis worden aangeboden. Voor restafval moet per aanbieding worden betaald. Daarnaast moet in de bebouwde kom het restafval zelf worden weggebracht naar verzamelcontainers. Voor huishoudens die als gevolg van medische omstandigheden substantieel meer afvalstoffen aanbieden is er een tegemoetkomingsregeling.
Kostendekking afvalstoffenheffing | |
---|---|
Netto kosten taakveld | 1.444 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | |
BTW | 380 |
Totale kosten | 1.824 |
Onttrekking reserve | -88 |
Totale kosten na bijdrage reserve | 1.736 |
Opbrengsten (incl. kwijtschelding) | 1.736 |
Dekking voor bijdrage reserve | 95% |
Dekking na bijdrage reserve | 100% |
Rioolheffing
De rioolheffing hangt samen met de wettelijke zorgplicht voor drie beleidsvelden op het gebied van water. Doel van de rioolheffing is om geld vrij te maken voor onder meer de afvoer van afvalwater, de afvoer van regenwater (ook wel hemelwater genoemd) en het beheer van het grondwaterpeil. Omdat het overgrote deel van de investeringen in deze zorgtaken gebruik maakt van het afvoerstelsel, spreekt men over de rioolheffing. In het GRP benoemt de gemeente welke voorzieningen op het gebied van riolering zij bezit, hoe deze voorzieningen functioneren, hoe het rioolstelsel beheerd wordt en hoe dit gefinancierd wordt.
Kostendekking rioolheffing | |
---|---|
Netto kosten taakveld | 1.461 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | |
BTW | 277 |
Totale kosten | 1.738 |
Onttrekking voorziening | -102 |
Totale kosten na bijdrage voorziening | 1.636 |
Opbrengsten (incl. kwijtschelding) | 1.636 |
Dekking voor bijdrage voorziening | 94% |
Dekking na bijdrage voorziening | 100% |
Retributies
Bij de retributies wordt in sommige gevallen afgeweken van de wens om 100% kostendekkende tarieven te hanteren, omdat dit zou leiden tot onevenredig hoge tarieven. De overhead wordt in de tabellen niet apart benoemd, omdat dit is meegenomen in de kosten voor het taakveld.
Begraafplaatsrechten
De begraafplaatsrechten zijn retributies voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats. Naast een retributie voor de uitgifte en het onderhoud van graven en urnen, regelt de verordening ook de vergoeding voor het gebruik van gemeentelijke diensten in verband met de begraafplaats.
Kostendekking begraafplaatsrechten | |
---|---|
Kosten taakveld | 245 |
Inkomsten taakveld | |
Netto kosten taakveld | 245 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | |
Overige toe te rekenen kosten | |
BTW | |
Totale kosten | 245 |
Bijdrage voorziening | |
Totale kosten na bijdrage voorziening | 245 |
Opbrengsten | 232 |
Dekking na bijdrage voorziening | 95% |
Marktgelden
Marktgeld is een retributie voor het innemen van een standplaats op de weekmarkt in Ommen.
Kostendekking Marktgelden | |
---|---|
Kosten taakveld | 20 |
Inkomsten taakveld | |
Netto kosten taak-5veld | 20 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | |
Overige toe te rekenen kosten | |
BTW | |
Totale kosten | 20 |
Bijdrage voorziening | |
Totale kosten na bijdrage voorziening | 20 |
Opbrengsten | 19 |
Dekking na bijdrage voorziening | 95% |
Leges
Leges zijn retributies voor diensten die door de gemeente worden verleend. Veel van de retributies gaan over het aanvragen van vergunningen of documenten. Te denken valt aan omgevingsvergunningen, paspoorten of een uittreksel uit het bevolkingsregister. Maar ook activiteiten van het gemeentearchief kunnen in de legesverordening worden geregeld.
Hiervoor hebt u per heffing, waarbij sprake is van een maximale kostendekkingsnorm van 100%, kunnen zien wat de mate van kostendekkendheid is voor 2020. Voor de legesheffing geldt dat per hoofdstuk van de tarieventabel de mate van kostendekkendheid en eventuele kruissubsidies moeten worden vermeld in de paragraaf lokale heffingen. Van belang is dat de totale legesverordening de 100% kostendekkingsnorm niet overschrijdt.
Per titel van de legestarieventabel is het percentage kostendekkendheid berekend. Ook wordt inzichtelijk gemaakt wat de mate van kostendekkendheid is per hoofdstuk. Een aantal hoofdstukken hebben in financiële zin een zeer bescheiden omvang en zijn aangegeven met “-“. De totale verordening, maar ook de afzonderlijke titels overstijgen in geen geval de 100% kostendekkingsnorm. Binnen de hoofdstukken en daarmee ook titels is kruissubsidiëring toegestaan. Kruissubsidiëring is het bewust hanteren van lagere legestarieven voor de ene dienst en het hanteren van hogere legestarieven voor de andere dienst.
Een voorbeeld hiervan zijn de leges Gedoogbeschikking (titel 2, hoofdstuk 10). De geraamde opbrengst overstijgt de geraamde toe te rekenen kosten. Het tarief hoeft niet te worden aangepast omdat de totale verordening de 100% kostendekkingsnorm niet overschrijdt.
De totale legesverordening voor 2020 is 67% kostendekkend. Op basis van dit berekende percentage wordt onderbouwd dat de gemeente Ommen geen ‘winst’ maakt op de diensten en producten die zij aanbiedt.
In Titel I van de tarieventabel zijn voor diverse belastbare feiten maximum wettelijke tarieven van toepassing, bijvoorbeeld voor de akten van de burgerlijke stand, paspoorten etc. Deze wettelijk maximumtarieven worden op een later moment aangepast, zodra deze gegevens definitief bekend worden gemaakt door het Rijk.
Binnen Titel II vallen de belastbare feiten ten behoeve van de fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning. Voor dit onderdeel kan specifiek worden aangegeven dat de tarieven voor de kleine bouwactiviteiten minder kostendekkend zijn dan de tarieven voor een grote bouwactiviteit. Dit is een bewuste keuze en als zodanig niet afwijkend van de landelijke tendens en ook niet onredelijk.
De geraamde kosten per product uit de legestarieventabel zijn in beeld gebracht. Samen met de geraamde opbrengsten kan hiermee de mate van kostendekkendheid worden berekend.
Leges Ommen 2020 | ||||
---|---|---|---|---|
Totale kosten | Opbrengsten | Percentage | ||
Totaal | € 1.656.670 | € 1.113.503 | 67% | |
Titel 1 | Algemene dienstverlening | € 288.101 | € 255.150 | 90% |
Hoofdstuk 1 | Burgerlijke stand | € 41.497 | € 42.541 | 103% |
Hoofdstuk 2 | Reisdocumenten | € 87.295 | € 64.852 | 74% |
Hoofdstuk 3 | Rijbewijzen | € 88.447 | € 97.880 | 111% |
Hoofdstuk 4 | Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisregistratie personen | € 2.593 | € 1.952 | 75% |
Hoofdstuk 5 | Verstrekkingen uit het Kiezersregister | € - | € - | - |
Hoofdstuk 7 | Bestuursstukken | € - | € - | - |
Hoofdstuk 8 | Vastgoedinformatie | € 1.134 | € 1.106 | 98% |
Hoofdstuk 9 | Overige publiekszaken | € 23.232 | € 15.896 | 68% |
Hoofdstuk 10 | Gemeentearchief | € - | € - | - |
Hoofdstuk 11 | Huisvestingswet | € - | € - | - |
Hoofdstuk 12 | Leegstandwet | € - | € - | - |
Hoofdstuk 16 | Kansspelen | € 238 | € 91 | 38% |
Hoofdstuk 17 | Telecommunicatie | € 25.601 | € 25.601 | 114% |
Hoofdstuk 18 | Verkeer en vervoer | € 18.066 | € 5.232 | 29% |
Hoofdstuk 19 | Diversen | € - | € - | - |
Titel 2 | Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | € 1.190.019 | € 849.687 | 71% |
Hoofdstuk 2 | Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag | € 39.909 | € 12.440 | 31% |
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | € 1.090.028 | € 799.144 | 73% |
Hoofdstuk 7 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | € 53 | € 145 | 275% |
Hoofdstuk 8 | Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | € 55.911 | € 32.076 | 57% |
Hoofdstuk 10 | Gedoogbeschikking | € 2.851 | € 5.302 | 185% |
Hoofdstuk 11 | Verhogingen in verband met de Wet geluidhinder | € 1.267 | € 579 | 46% |
Hoofdstuk 11A | Verhoging in verband met toets ruimtelijk kwaliteitsplan/erfinrichtingsplan | € - | € - | - |
Hoofdstuk 12 | In deze titel niet benoemde beschikking | € - | € - | - |
Titel 3 | Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | € 178.549 | € 8.665 | 5% |
Hoofdstuk 1 | Horeca | € 27.618 | € 4.599 | 17% |
Hoofdstuk 2 | Organiseren evenementen of markten | € 146.036 | € 2.183 | 1% |
Hoofdstuk 3 | Seksbedrijven | € - | € - | - |
Hoofdstuk 4 | Huisvestingswet 2014 | € - | € - | - |
Hoofdstuk 5 | Kinderopvang | € 4.895 | € 1.883 | 38% |
Hoofdstuk 7 | In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | € - | € - | - |
Met betrekking tot bovenstaande legestabel wordt opgemerkt dat het onderzoek naar de kostendekkendheid van de leges in afronding is. Zodra de uitkomsten bekend zijn wordt de aangepaste paragraaf naar u toegestuurd. Dit zal zijn voor de vaststelling van de begroting op 7 november.
Lokale lastendruk
Onder de woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een meerpersoonshuishouden in de gemeente betaalt aan OZB, riool- en afvalstoffenheffing. Over het belastingjaar 2019 is dat volgens het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) in de gemeente Ommen een bedrag van € 769. Hiermee staat onze gemeente op plaats 213 van de gemeenten met de laagste woonlasten in Nederland (totaal 372 (deel)gemeenten). Het landelijke gemiddelde is een bedrag van € 740. In de Provincie Overijssel is het gemiddeld € 743. (Bron: Coelo, atlas van de lokale lasten 2019)
Overijsselse gemeenten | Woonlasten per huishouden | Landelijke rangorde |
---|---|---|
Kampen | 635 | 29 |
Steenwijkerland | 639 | 31 |
Dalfsen | 642 | 34 |
Zwolle | 672 | 59 |
Staphorst | 680 | 69 |
Raalte | 736 | 147 |
Zwartewaterland | 742 | 157 |
Twenterand | 745 | 166 |
Hardenberg | 747 | 168 |
Ommen | 769 | 213 |
Olst-Wijhe | 792 | 249 |
Hellendoorn | 836 | 302 |
Kwijtscheldingsbeleid
Voor belastingplichtigen, die niet in staat zijn bepaalde gemeentelijke belastingen te betalen, is kwijtschelding mogelijk op grond van de Gemeentewet en de Invorderingswet. Kwijtschelding is uitsluitend mogelijk voor de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Of kwijtschelding wordt verleend hangt af van de betalingscapaciteit van belastingplichtigen. Bij de bepaling daarvan houden we rekening met 100% van de kosten van levensonderhoud zoals opgenomen in de landelijke richtlijnen voor het kwijtscheldingsbeleid. Sinds 1 januari 2018 is ook de kostendelersnorm uit de participatiewet van toepassing. Daarnaast wordt er op twee onderdelen een ruimhartiger kwijtscheldingsbeleid uitgevoerd. Dit wordt bereikt door bij de berekening van de betalingscapaciteit een hogere inkomensnorm voor personen met een pensioengerechtigde leeftijd of ouder te hanteren en de netto kosten van de kinderopvang als uitgave aan te merken. Dit betekent dat de kwetsbare groepen in Ommen in 2020 een beroep kunnen blijven doen op de mogelijkheden tot kwijtschelding van de OZB, de afvalstoffenheffing en rioolheffing.
Voor kwijtschelding van de rioolheffing is € 54.000, begroot, voor de kwijtschelding van afvalstoffenheffing € 64.000 en voor de kwijtschelding OZB € 1.000. In totaal is er € 119.000 begroot voor de kwijtschelding. Het aantal kwijtscheldingverzoeken stijgt de afgelopen jaren. Het aantal afwijzingen stijgt echter ook. Het geraamde aantal te verlenen kwijtscheldingsverzoeken bedraagt 265 verzoeken.